donderdag 8 augustus 2013

L' histoire du Soldat / Iemands Lief (review, nu ja)

I.



Iemands Lief is een klein, liefelijk boekje van Bart Moeyaert met illustraties van Korneel Detailleur. Het verhaal is gebaseerd op L'histoire du soldat, een muziektheaterstuk uit 1918 van Charles-Ferdinand Ramuz, die het libretto schreef  op basis van duivelse Russische volksvertellingen bewerkt door Aleksandr Afanasjev, en van componist Igor Stravinsky. Stravinsky's compositie en de voordracht van Iemands Lief - door Moeyaert zelf! - werden samen eenmalig uitgevoerd op 30 december 2011 tijdens het Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht van Janine Jansen en opgenomen door de Nederlandse publieke omroep AVRO.


II.

Een mooie introductie op het ontstaan en het opzet van L'histoire du Soldat biedt het artikel op Wikipedia, waarmee ik hier, na een korte redactie, aan de haal ga:
"Financiële problemen als gevolg van de Eerste Wereldoorlog gaven aanleiding tot het initiatief een werk te schrijven dat zo eenvoudig mogelijk te produceren was, dat geen groot theater of grote bezetting vereiste en dat in een klein theater of zelfs in open lucht kon worden uitgevoerd. Een melodrama om te lezen, te spelen en te zingen, geschreven voor een ‘théâtre ambulant’, een rondreizend theatergezelschap van een spreker, twee acteurs, een danseres en een klein kamerensemble van zeven instrumentalisten. Regionale aanduidingen zijn bedoeld om aangepast te worden aan de plaats van uitvoering; de acteurs uit de eerste productie gebruikten het dialect van het kanton Vaud en Stravinsky wilde dat uitvoeringen aangepast zouden worden aan de regio en de plaatselijke gebruiken."
Dit spreekt mij tot de verbeelding. Ik zie twee lichtjes haveloze mannen, Ramuz en Stravinsky, net als de soldaat uit het verhaal over velden en wegen trekken, door berg en dal, aan het hoofd van een klein kunstencollectief dat gepakt en gezakt gaat met instrumenten, kostuums en decorstukken. Een bonte stoet die halt houdt op de marktpleinen van grotere dorpen en in de feestzalen van kleinere steden, waar de gewone en buitengewone luiden toestromen om er getuigen te kunnen zijn van een eenmalige opvoering die even alle zorgen en oorlogse naweeën doet vergeten en verzacht. Of toch niet, want L'histoire du Soldat is een navrante en bovendien nog steeds actuele "parabel over een soldaat die zijn viool ruilt met de duivel voor een boek dat de toekomst van de economie kan voorspellen."

Charles-Fredinand Ramuz & Igor Stravinsky

Croquis de Stravinsky pour l'Histoire du Soldat
(Bron: Ars Musica)



III.


Mijn zoekmachine laat een gordijn neer van prenten, poppen, ballerina's, choreografen, gezelschappen, platenhoezen en ja, ook oude reviews. Omdat L'histoire du Soldat diverse kunstuitingen verenigt, is de (multimediale) uitvoerings- en representatiegeschiedenis van het stuk doorheen de 20ste eeuw tot op heden, de moeite van een gedetailleerde (kunst- en cultuurhistorische) studie waard, als die al niet eens ondernomen werd, ik weet het niet, dat zoek ik misschien later nog eens verder uit. Ik durf wel te beweren dat Bart Moeyaert met zijn vandaagse bewerking het stuk alle eer aandoet in tekst, beeld en geluid.

Een oude recensie
(Bron: Archives du Théâtre 140)

IV.

Eén van de illustraties van Korneel Detailleur die me nu frappeert en associaties oproept, is die met het vlindernet, waarmee gewapend de duivel, die in het verhaal onder diverse gedaanten aan de soldaat verschijnt, de eerste keer zijn opwachting maakt. Herkennen wij daarin niet ook die andere baarlijke Russische duivel en verwoed vlinderaar, Vladimir Nabokov? En is het niet Nabokov die met zijn vlindernet steeds als uit het niets opduikt in de vier hoofdstukken van De Emigrés van W.G. Sebald (dat ik dringend moet herlezen)? Uit 'Ghost Hunter', het interview van Eleanor Wachtel met Sebald:
"EW: Why does he hover over this book?
WGS: ... It seemed an obvious thing to do and, again, an opportunity to create something wich has a kind of haunting, spectral quality to it, something that appears, forms of apparitions of virtual prescence that have, vanishing though they are, a certain intensity wich can otherwise be not very easily achieved. 
EW: I think one critic sees it as a sign of joy and another as foretelling death.
WGS: It's both, of course."  
(Bron: Lynne Sharon Schwartz (ed.) The Emergence of Memory. Conversations with W.G. Sebald. Seven Stories Press, 2010, p. 51-53; zie ook mijn review)

Illustratie uit Iemands Lief
(Bron: Korneel Detailleur)



Vladimir Nabokov, die andere Russische duivel

V.


Op 3 en 4 augustus organiseerde Natuurpunt de jaarlijkse Tuinvlindertelling Vlinder Mee. Mijn oudste dochter vroeg zich af in welke tuin we deze zomer zouden gaan vlinderen, want ik bezit slechts een klein, weliswaar groen atrium van een zakdoek groot, ingesloten tussen arbeidershuisje, garage en de hoge scheimuren met de buren, waar heel sporadisch en vluchtig eens een vlinder (gehakkelde aurelia, klein koolwitje), maar vooral talloze kleinere 'viezebeestjes' zich ophouden - larven van lieveheersbeestjes die bovenop frambozenblad ontpoppen en als imago nauwelijks waarneembaar langzaam achterwaarts uit hun sarcofaag gekropen komen. In de enorme tuin van mijn broer T., het éne deel van de vissende tweeling, had mijn dochter uiteindelijk meer oog voor neefjes en nichtjes, trampoline en zwembad, waarop ik, ook om aan de gillende drukte te ontsnappen, alleen door het aangrenzende smalle en langgerekte klaverperceel ben gaan struinen, een rustgevend, vertragend en verstillend transect van om en bij de 50 meter lang, op en af, op en af.
"A transect is a path along which one counts and records occurrences of the phenomena of study (e.g. plants). It requires an observer to move along a fixed path and to count occurrences along the path and, at the same time (in some procedures), obtain the distance of the object from the path. This results in an estimate of the area covered and an estimate of the way in which detectability increases from probability 0 (far from the path) towards 1 (near the path). Using the raw count and this probability function, one can arrive at an estimate of the actual density of objects."
De vangst (zonder vlindernet) was groot: gamma-uilen, dikkopjes en blauwtjes die ik niet tot op de soortnaam kon determineren, klein koolwitje, koninginnenpage, distelvlinder, en ook, heel verrassend, lang geleden en druk op en af foeragerend langsheen mijn slome pad, een oranje luzernevlinder.
"Opvallend dit jaar was dat er bijzonder veel meldingen binnenkwamen van oranje luzernevlinders, dat zijn trekvlinders die vanuit Spanje en Frankrijk komen aangevlogen."
(Bron: Natuurpunt, Actua, 4 augustus 2013)

oranje luzernevlinder
(Bron: Vlindernet)


VI. (aka De cirkel is rond)


Korneel Detailleur heeft ook met veel toewijding en uit overtuiging voor Natuurpunt geïllustreerd, alsook de bespreking in het dagblad De Morgen van Wandelen. Een filosofische gids van Frédéric Gros van een plaatje voorzien. En die vos op de fiets, dat lijkt Valeria Luiselli wel, met al haar streken scheurend door Mexico-Stad, maar... dat is voor een andere keer.


Voor Natuurpunt
(Bron: Korneel Detailleur)

Voor De Morgen
(bron: Korneel Detailleur)

2 opmerkingen:

  1. ik vind dit heel mooi, het stukje over vlinders voegt iets bijzonders toe. weet niet precies wat, misschien heeft het wel simpelweg te maken met mijn liefde voor vlinders. aan de andere kant; wie houdt er niet van vlinders?

    ik groeide op op een boerderij, de boerderij die nooit van iemand anders is geweest dan van mijn moeders familie – totdat wij er van weg gingen.
    de boerderij heeft een grote, gigantische tuin; een natuurlijke vijver met libelles, padden, waterlelie's, etc.
    maar 't meest hield ik van onze grote vlinderstruik: citroentjes, dagpauwogen, koolwitjes, veel distelvlinders, zo nu en dan een atalanta (of, admiraalvlinder). het grote raam in de woonkamer keek uit op de vrolijke wolk, het paars van de bloemen was soms niet terug te vinden.

    ik strooi nu graag met zomerbloemzaadjes, in de hoop de bijen en vlinders te kunnen redden ;)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ik las dit gisteravond, toevallig:

    Ik weet nog als de dag van gisteren, zei tante Fini, dat ik met Adelwarth voor zijn raam stond op een glasheldere nazomerdag, dat de lucht van buiten binnenkwam en dat wij door de nauwelijks bewegende bomen naar een weiland keken dat mij aan het Altachmoos deed denken, toen daar een man van middelbare leeftijd opdook die een wit net aan een stok voor zich uit droeg en af en toe vreemde sprongen maakte. Oom Adelwarth keek strak voor zich uit, maar registreerde toch mijn verwondering en zei: It's the butterfly man, you know. He comes round here quite often.

    De Emigrés, p. 110-111.

    nu op weg naar Ithaca..

    BeantwoordenVerwijderen