woensdag 23 december 2015

Hans Magnus Enzensberger - Oog in oog met de burgeroorlog

De mythe van de vrede


"Men heeft in Sisyphus een existentialistische held willen zien, een outsider, een rebel van meer dan levensgrote tragiek, omgeven met duivelse glans. Misschien is dat onjuist. Misschien is hij iets veel belangrijkers, een figuur uit het dagelijkse leven. Voor de Grieken betekende zijn naam de vergrotende trap van sophos, verstandig; Homerus noemde hem zelfs de verstandigste onder de mensen. Hij was geen filosoof, hij was goochem. Men zegt dat het hem gelukt is de dood te ketenen. Daarmee maakte hij een eind aan het doden, net zo lang tot Ares, de god van de oorlog, de dood bevrijdde en Sisyphus aan hem uitleverde. Maar deze was de dood voor de tweede keer te slim af, en hij speelde het klaar weer naar de aarde terug te keren. Hij zou heel oud geworden zijn. Later moest hij, als straf voor zijn menselijk verstand, een zware steen de berg op rollen, steeds opnieuw. Deze steen is de vrede."

Hans Magnus Enzensberger, Oog in oog met de burgeroorlog. Vert. Gerry Bruil. De Bezige Bij, Amsterdam, 1994, p. 70.

vrijdag 18 december 2015

Hans Magnus Enzensberger - De grote volksverhuizing

De eerste van 33 markeringen


 I
"Een wereldkaart. Zwermen blauwe en rode pijlen die zich verdichten tot wervelingen en in tegengestelde richting weer uit elkaar drijven. De kaart wordt genuanceerd door bogen die kleurrijke zones van verschillende luchtdrukken van elkaar scheiden: isobaren en winden. Zo'n klimaatkaart ziet er mooi uit, maar wie geen basiskennis heeft, zal hem nauwelijks kunnen verklaren. Hij is abstract. Hij moet een dynamisch proces met statische middelen afbeelden. Alleen een film kan laten zien waar het om gaat. De normale toestand van de atmosfeer is turbulentie. Hetzelfde geldt voor het bevolken van de aarde door de mens."
Meer dan twintig jaar na verschijnen is De grote volksverhuizing. Drieëndertig markeringen van Hans Magnus Enzensberger niets minder dan brandend actueel en relevant. Enzensberger start zijn analyse van de migratieproblematiek vanuit een glashelder beeld: "De normale toestand van de atmosfeer is de turbulentie. Hetzelfde geldt voor het bevolken van de aarde door de mens." Maar meteen blijkt die mens ook steeds behept met het 'perverse' zelfbesef van een autochtoon die de/zijn ruimte voor zichzelf opeist. In korte, krachtige hoofdstukken fileert Enzensberger deze paradox, maar zonder pasklare oplossingen te bieden. Maar laat dat nu vooral de sterkte zijn van zijn essay: elke beschouwing roept de pertinente vragen op die nog steeds door halfslachtige en lafhartige (politieke, economische...) oplossingen worden verdonkeremaand. Het is niet min wat Enzensberger impliciet van iedereen verwacht: voor een frisse start, beschouw de menselijke natuur en haar excessen, en bestrijd het met wat ons ook tot mens maakt. 

Hans Magnus Enzensberger, De grote volksverhuizing. Drieëndertig markeringen. Vert. Marion Offermans. De Bezige Bij, Amsterdam, 1993, 78 p.

woensdag 16 december 2015

Het voornemen van de kopiist

De eerste zin



Plooierijen van geschik van Lucas Hüsgen heeft al enkele jaren een vaste stek in de wachtrij, klimt er niet omhoog, maar tuimelt er ook niet naar beneden, een volhouder dus die zich in de ooghoeken van mijn boekenkast heeft genesteld. Soms grijp ik er al eens naar, laat me opnieuw overtuigen door de lovende woorden op het achterplat - "Een krachttoer die zich kan meten met de hedendaagse wereldliteratuur", "De muzikaalste taal die er in Nederland geschreven wordt"... -, begin wat te lezen, nooit lukraak, maar steeds opnieuw vanaf de eerste zin, die luidt:
"Ach slak die over de varen kruipt, pas neergezakt in jouw bedauwde weiland waag ik te vertellen dat koorden wiegden van een hoge balustrade en bebaarde mannen in kaftans het goud van hun zwaarden bewonderden en toespelingen fluisterden op de met sterren bezaaide hemel boven het veldje met de offergaven, en niets anders overwogen dan de vraag waar de gierpont van de Waal met zijn petten en paardenhoeven, sigaren en balen tarwe de striemende winterstormen boven de Shannon, de kaarsjes die flakkeren op de bruggen over de Spree met de viool van kleine Klaus zal ontmoeten, of de melancholie van iepen als de Maasoever de regimenten van Willem van Heukelom de Jongere rollebollen in de warmte vergunt." (p. 7)
Verrassend toch, die syntaxis! Nu ik de aanhef ook eens rustig heb overgeschreven, reikhals ik naar de volgende zin. Inhoudelijk begrip is voor later, in een goed boek mag je immers nooit vooruit lopen. 

Lucas Hüsgen, Plooierijen van geschik. Querido, Amsterdam/Antwerpen, 2007, 673 p.

vrijdag 4 december 2015

My medium is prose


Poetry for an Album (deel)


Feelings my friend
wrote Schumann
are stars which guide us
only when the sky is clear
but reason is a magnetic needle
driving our ship on
till it shatters on the rocks

It was when my palsied
finger stopped me playing
the piano that calamity
came upon me

If you knew every cranny
of my heart
you would yet be ignorant
of the pain my happy
memories bring

...

uit: W.G. Sebald, Across the Land and the Water. Selected Poems, 1964-2001. Hamish Hamilton, London, 2011, p. 81.